Xena #1 – blind date
Het is een broeierige zomerochtend als we precies op tijd de kleine parkeerplaats op rijden. Ik houd het bijna niet meer van de spanning. Dit is het moment waar ik nu al een week vurig naar uitkijk.
“Ze zijn er al” constateert mijn lief. Ja hoor, ik zie hem staan, als enige auto op de parkeerplaats: de witte bus vol beloften. Hij heeft de motor nog niet uit gezet of ik sta al naast de auto. Er stapt iemand uit de bus. Hij groet me. Dan opent hij een schuifdeur en ik houd mijn adem in. Een witte stuiterbal springt uit het voertuig en begint energiek te rennen. Pootjes roffelen, belletjes rinkelen en mijn hart smelt.
De eerste kennismaking
Een week eerder belde de geleidehondenschool me op, een telefoontje waar ik sinds het afscheid van Siërra al naar verlangde. Je kunt je voorstellen wat er door me heen ging toen ik de naam van de school zag oplichten op mijn Apple Watch. Omdat ik op weg was naar de sportschool zat mijn telefoon in mijn rugtas, en omdat ik de oproep echt niet wilde missen nam ik dus op op mijn Apple Watch. Al bellend stond ik buiten voor mijn voordeur, waar ik het bevrijdende nieuws hoorde: ze hadden een waarschijnlijke match. Een geleidehond waarvan ze denken dat die wel bij me past. Ik vroeg de instructeur honderd uit en kreeg naam, leeftijd en geslacht te horen. De basis. Dat was alles, want de focus ligt bij een eerste ontmoeting op de eerste indruk en of er een klik is. Die eerste indruk moet zo puur mogelijk zijn.
Nu, een week later, zie ik haar dan eindelijk: Xena. Ze is dol enthousiast en het duurt even voor ik haar aandacht heb. Ze is nog zo jong, energiek en speels. De instructeur legt uit dat ze dit altijd doet als ze even in de auto heeft gezeten. We gaan een stukje wandelen. Ik stel weer een heleboel vragen. Xena is een Golden Doodle-teefje van nog geen twee jaar oud. Ze is wit van kleur en dol op rennen met andere honden, maar alleen rennen vindt ze ook prima. Ja, dat had ik inderdaad snel door. We komen een paar andere honden tegen. Leuk, dan kan ik zien hoe ze reageert. Na één uitdagende blaf zet ze het op een hollen en een hond zet de achtervolging in. Aan haar huppelende drafje kun je zien dat ze met volle teugen geniet.
“Zullen we een stukje in tuig gaan lopen?” stelt de instructeur voor. Ik dacht dat hij het nooit zou vragen. Ik laat Xena naast me komen en krijg het tuig aangereikt. Tot mijn verbazing duikt ze weg als ik het tuig over haar kop wil laten glijden.
“Wil ze niet werken?”
“Oh jawel hoor, ze vindt het tuig om krijgen alleen een beetje gek.” We lopen een stukje langs het gras en steken een straat over. Het voelt gelijk zo vertrouwt, en ik vind het fantastisch om weer een beugel vast te houden. Als we een verwoed blaffende hond achter een hek passeren ben ik nieuwsgierig wat Xena gaat doen. Ze blaft niet terug, maar versnelt wel haar pas en lijkt angstig. Dat snap ik wel, de hond heeft een zware, dreigende blaf, al weet ik uit ervaring dat zo’n beestje niet per definitie kwaad in de zin heeft. Als we verder lopen lijkt ze wat schrikkeriger.
“Is het niet lastig dat ze zo snel schrikt? Ik werk in Den Haag en daar kan het heel druk zijn”, vraag ik. Ik vind het vervelend om dat soort vragen te stellen, want ik vind haar nu al geweldig lief en ze komt heel slim en levenslustig op me over. Maar nog vervelender is het natuurlijk als mijn hond door een hel gaat iedere keer dat we naar mijn werk gaan. De instructeur stelt me gerust:
“Dat is gewoon de spanning van het moment. Ik heb heel vaak met haar in Amsterdam getraind en dat ging heel goed.” Dat ze het spannend vindt geloof ik wel. Het is voor haar nieuw om mij aan haar tuig te hebben, net als dat het nieuw voor mij is.
“Je mag er nog een nachtje over slapen en dan kun je na het weekend laten weten of je met haar door wil. Als je met haar verder wil plannen we nog een proefloop bij jou in de buurt in.” Nou, ik hoef er niet lang over na te denken. Dit mag zweverig klinken, maar ik voel me nu al enorm verbonden met het dier. Goed, ik voel me nogal snel verbonden met honden, maar toch…
Proef op de som
Twee weken later staan de instructeur en Xena bij mij voor de deur. We gaan een stukje in mijn buurt lopen in tuig om te kijken hoe dat gaat. Het voordeel is dat hier veel routes zijn die ik ken, routes die ik letterlijk met mijn ogen dicht zou kunnen lopen. In het begin loopt ze nog snel, net als bij onze eerste keer. Maar naarmate we meer meters maken begint ze te wennen en komt er een soort rust over haar.
We lopen eerst naar het winkelcentrumpje bij mij in de buurt. Hier zijn veel afleidingen, maar los van haar nieuwsgierig draaiende kopje blijft ze gefocust. We lopen weer terug naar mijn huis om vervolgens door te gaan naar een klein parkje waar ze los kan. Tot mijn verbijstering leidt ze me meteen naar de voordeur van het portiek waar ik woon. Na er één keer geweest te zijn weet ze mijn huis al feilloos te vinden. Ik had haar geen instructies of aanwijzingen gegeven, want we zouden immers meteen door gaan. Bizar!
Nadat we haar even hebben laten rennen en ik het terugkomen met haar heb geoefend, wat voor een eerste keer erg goed ging, zijn we weer in mijn woonkamer en mag ik de knoop doorhakken. Gaan Xena en ik door voor de volgende ronde? Het antwoord laat zich wellicht raden.
leuk te kunnen lezen dat het goed gaat met “ onze” Xena.
voor ons blijft ze altijd speciaal!
ze was onze eerste geleidehond in opleiding.
en we lezen dat ze nog veel herkenbare trekken heeft gehouden.
geef haar een dikke knuffel van ons en maak er samen wat moois van.
groet,
Mariëtte en Jasper