Broeder van een andere moeder
We leerden elkaar kennen op Dribbel, een peuterspeelzaal voor blinde en slechtziende kleintjes in Amsterdam. Nu woonde ik niet in Amsterdam, maar het was de dichtstbijzijnde peuterspeelzaal voor visueel beperkten. Mijn moeder reed me drie keer per week op en neer naar Dribbel, waar ze zijn moeder ontmoette. De twee werden vriendinnen en dus gingen we, zoals dat dan gaat, automatisch ook veel met elkaar om. We kwamen vaak bij elkaar over de vloer, omdat onze moeders dat kwamen. Hoewel, onze peutervriendschap begon met de nodige hobbels. Hij had de nijging om alle openstaande deuren in het gebouw dicht te doen, omdat hij het geluid ervan leuk vond. Kinderen met een zintuiglijke beperking reageren anders op prikkels. Waar het kleuren zijn die ziende peuters fascineren, hebben de minder zienden dat vaak met geluiden. Hoe dan ook, als gevolg daarvan gebeurde het regelmatig dat mijn kleine kindervingertje tussen zo’n deur kwam. Dan was het natuurlijk huilen geblazen. Maar nu zijn we 25 jaar verder en zijn deze bont-en-blauwe vingertjes slechts een vage herinnering. We hebben zo veel meegemaakt door de jaren heen en zijn zo close geworden, dat we elkaar ‘broer en zus’ zijn gaan noemen.
Van school naar school naar school
Na de peuterspeelzaal gingen we beiden naar dezelfde basisschool voor visueel beperkten in de buurt, die in Huizen, die nu helaas dicht is. We begonnen in dezelfde klas. Daar was het zo’n typisch geval van: “we konden niet met, maar ook zeker niet zonder elkaar.” We vochten elkaar regelmatig de tent uit en maakten het daarna weer goed, eigenlijk zoals iedere broer en zus doen. Toen noemden we het nog niet zo, we waren gewoon hele goede vrienden. Toen ik naar een andere klas ging, verbeterde onze band. We zagen elkaar alleen nog in de pauzes en die tijd koesterden we. Want man, wat hadden we een lol samen!
Uiteindelijk ging ik naar een andere school, in Amsterdam. We zagen elkaar niet meer onder schooltijd, maar belden bijna iedere dag, en ook behoorlijk lang. We kwamen ook regelmatig nog bij elkaar logeren. Nadat ik een jaar of vier in Amsterdam had gezeten, verhuisde ik met mijn moeder en zussen naar Hengelo en zo ook weer van school. Ik belandde op Bartiméus in Zeist, waar ik een ongelofelijk leuke tijd heb gehad. Maar hij, mijn bonusbroer, zat ook niet meer op zijn plek in Huizen. Na bijna zes jaar niet meer op dezelfde school gezeten te hebben, rook ik mijn kans. “Kom naar Zeist, het is hier geweldig!” En zo geschiedde. In 2014 kwam hij naar Zeist en werden we, weliswaar niet in dezelfde klas, herenigd.
Duo M&T
Buiten school ondernamen we ook te gekke dingen, samen met onze moeders, die ons op sleeptouw namen. Dierentuin Artis werd jaarlijks alleen opengesteld voor kinderen met een beperking en hun families. We hadden het hele park voor ons alleen en ik heb hele gave dingen mogen doen, zoals een nijlpaard voeren, een wurgslang om mijn nek gelegd krijgen en bovenop een reuzeschildpad zitten. Die zomeravonden waren als dromen zo leuk en spannend. We hebben toen heel veel lol gehad. Ook zijn we naar speciale skilessen en schaatsclinics geweest in Snow World en Thialf. En we hebben dolfijnen geaaid in het Dolfinarium.
Omdat we zo veel samen optrokken – niet dat we geen andere vrienden hadden hoor, haha – ontwikkelden we een soort eigen wereldje. We hadden een soort taal samen en een gevoel van humor die maar weinigen begrepen. Op de basisschool mochten we op een gegeven moment niet eens meer naast elkaar zitten, omdat we zo aan het klieren waren en in ons eigen wereldje opgingen. Man, wat waren wij daar kwaad over! Wij waren, en zijn, Duo M&T, met onze eigen droomwereld, waarin maar weinigen welkom zijn. Vanaf een zeker moment zijn we elkaar dan ook ‘bonusbroer’ en ‘bonuszus’ gaan noemen. het ironische is dat ik twee zussen heb en geen biologische broer en dat hij een broer heeft en dus geen biologische zus. We vullen elkaars leven dus mooi aan.
Samen volwassen worden
Na onze middelbare schooltijd ontwikkelden onze levens totaal verschillende kanten op. Ik ging studeren in Enschede en waagde me tussen ziende leeftijdsgenoten, terwijl hij verhuisde naar een dorpje op de Veluwe en tussen gelijkzienden ging wonen. Ondanks die verschillen bleven we contact houden en onze belevenissen met elkaar delen. We Facetimeden en appten bijna dagelijks en soms urenlang. Op een gegeven moment kwam het dat ik naar diezelfde plek op de Veluwe verhuisde en we huisgenoten werden. Drie jaar lang hebben we in hetzelfde woonhuis doorgebracht. Soms hadden we hoog oplopende discussies, maar vaker hadden we weer veel lol en zette we samen de boel op stelten. Al snel kregen we van onze huisgenoten en begeleiders bijnamen als ‘Jut en Jul’ en ‘Giebel en Gabbel’. We konden de mensen zo nu en dan ergeren, maar volgens mij brachten we ook de nodige vrolijkheid en flauwigheid met ons mee.
En nu, de dag dat dit verhaal online komt, is het 27 februari 2025. We hebben deze dag acht jaar geleden uitgeroepen als onze jubileumdag, waarop we onze speciale band vieren. Dit omdat ik acht jaar geleden mijn eerste geleidehond kreeg en hij uit huis ging. Ja echt, precies dezelfde dag, twee totaal verschillende maar zeer ingrijpende gebeurtenissen in onze levens. Vandaag staan we stil bij onze unieke ban die al ruim 25 jaar bestaat en waar ik heel dankbaar voor ben. Ook ben ik dankbaar dat hij goed met Jur kan opschieten en dat Jur het begrijpt, of er in ieder geval geen moeite mee heeft. We doen ook regelmatig dingen met z’n drieën. Ik hoop dat zijn toekomstige partner er net zo makkelijk mee omgaat en dat we samen nog een hoop lol mogen beleven!