Dagje Amsterdam
De hoofdstad van ons land is voor veel mensen the place to be, maar dat geldt zeker niet voor mij. Voor een dagje is het leuk, maar aan het eind ervan ben ik maar al te blij die hysterisch drukke plek achter me te kunnen laten. Amsterdam is zo’n plek waar je de gekste dingen meemaakt, waarschijnlijk omdat een enorme diversiteit aan mensen hutjemutje op elkaar zit. Nu hoor ik je denken: en hoe zit het dan met jouw huidige woonplaats? Daar geldt dat inderdaad ook voor, en toch heeft Den Haag voor mij een wat vriendelijker sfeer. Het is net iets minder toeristisch dan Amsterdam. En misschien is het verkeerd om afkerig te zijn van toeristen, ze brengen ten slotte geld naar ons kleine landje, maar ze staren zich zo blind op de trekpleisters waar ze zich naartoe haasten, dat ze amper nog aandacht hebben voor hun omgeving. Dat is ten minste hoe ik ze soms ervaar. Hoe dan ook, ik kom hier zo bij omdat ik afgelopen vrijdag weer in Amsterdam was voor het concert van Froukje. En behalve dat concert hebben we nog veel meer beleefd die dag.
Vliegende start
Omdat we ons toch naar de bruisende hoofdstad van het land begaven, besloten we er maar gelijk een dagje van te maken. Daarom boekten we voor het concert nog een uitstapje naar This is Holland: een über toeristische geschiedenisles met een spectaculair einde. Het was al een heel avontuur om er te komen, want ik ging voor het eerst in mijn leven met het pondje over het IJ. Vanaf het centraal station stap je er zo op en het vaart je in vijf minuten het meer over. Surprise: dit is dus gratis. Die maffe sirene als de klep omhoog gaat en de boot wegvaart is vermoedelijk een doorn in het oor van menig Amsterdammer, maar ik vond het wel grappig. Iemand had blijkbaar ook doorns in zijn oren, want die reed met z’n fiets over de zich sluitende klep van de pond nog even snel naar binnen. Yolo!
De attractie This is Holland is gevestigd vlakbij het bewuste pondje in een groot, rond gebouw. Binnen in de entreehal wachten je oerhollandse tafrelen en rustgevende muziek die zo nu en dan wordt begeleid door het gemekker van schapen. Na even gewacht te hebben konden we ons richting de gate begeven. Het eerste onderdeel van de beleving bestaat eruit dat je je voor een green schreen kunt laten fotograferen, waardoor het zal lijken alsof je… geen idee, we hebben die foto’s niet gekocht. Vervolgens kregen we een uitlegvideo over hoe wij Nederlanders – onze voorvaderen dus, want ik was toen nog niet in de maak – stukken van het land droog legden. Leerden Jur en ik hier iets nieuws van wat nog niet in onze geschiedenisboeken voorbij was gekomen? Dat niet per se. Bovendien zorgden een groepje luidruchtige, onaangepaste toeristen er voor dat ons aandachtspunt zo nu en dan een beetje verschoof. De giechelende, nogal aanwezige toeristen kletsten er lustig op los in een taal die we niet verstonden en hielden hun afstand. Nog een reden om afkerig te zijn van vakantiegangers. Anyway, waar we eigenlijk voor kwamen wachtte aan het einde van de videotoer: een onwijs spectaculaire 5D vlucht over ons pittoreske landje. Zittend in een rij in ijzeren stoelen met gordels om, wachtten we vol spanning op wat komen ging. Ik had niet echt een idee wat ik kon verwachten, want zoiets heb ik nog niet eerder gedaan. Nou… het was echt een beleving! We werden omsloten door ijzeren muren die plotseling in een realistische visuele weergave van ons land veranderden. Terwijl we naar voren ‘vlogen’ bewogen de stoelen en blies wind in ons gezicht. Als we over de zee vlogen hoorden we deze, en toen we over een tulpenveld scheerden roken we de sterke geur van de bloemen. Het was dus een multi-zintuiglijke ervaring waar ik ook erg van heb kunnen genieten. Af en toe, bijvoorbeeld wanneer we door een storm vlogen, was het zelfs even spannend. Ik snap nu wel waarom zwangeren en mensen met een hart-en-vaatziekte wordt geadviseerd deze rit niet te maken!
Zingende conducteur
Na deze vlucht stonden we beiden te tollen op onze benen. Jur was zelfs een beetje misselijk. We besloten maar snel terug naar centraal te gaan, waar we nog wat kleins aten alvorens ons naar AFAS Live te begeven. Daar voor moesten we een sprinter hebben die ons naar station Bijlmer ArenA zou brengen. Hoewel de trein op het aangegeven spoor en de aangegeven tijd binnen reed, was de tekst dat deze naar Uitgeest ging in plaats van naar Utrecht Centraal, toch best misleidend. Zodra we zaten stelde de conducteur ons gelukkig op jolige wijze gerust. “Voor de nieuwe instappers, de reisinformatie is een beetje in de war, maar u bevindt zich in de sprinter naar Utrecht Centraal.”
Die joligheid nam niet af naarmate de reis vorderde, in tegendeel. Toen we langs Duivendrecht reden hoorden we: “Station Duivendrecht, roekoe, roekoe!” Misschien erg flauw, maar juist daardoor ging ik stuk. Die zelfde middag hadden we een chagrijnige en een zeer zakelijke conducteur gehad die de stations opdreunden: dit vond ik een welkome afwisseling. Maar het werd nog mooier. Toen we arriveerden bij station Bijlmer ArenA begon de beste man ineens het Wilhelmus door de speakers te zingen. “En waarom zing ik dit? Nou, deze week heeft het Nederlands Elftal in de Arena gespeeld. We zijn namelijk bij station Bijlmer ArenA. En als je hebt meegezongen met mij, het was prachtig hoor.” Hij was nog steeds aan het praten toen wij uitstapten. Mooi als iemand zo’n vrolijke draai aan zijn baan kan geven, zeker gezien het vreselijke geweld waarmee NS-personeel regelmatig te maken krijgt.
Overal en nergens
We aten een patatje bij AFAS Live en gingen richting zaal voor het concert. Ik deed daar een verrassende ontdekking: AFAS heeft wel degelijk zitplekken. We wisten twee plaatsen mooi midden op de tribune te veroveren. De support act, Charlotte, was best goed en wist ons een half uur te vermaken voor hoofdact Froukje na een pauze ten tonele verscheen. Echter niet ten verwachte tonele, maar op een klein podium wat meer achterin de zaal. Een podium dicht bij ons!
Haar openingsnummer maakte al een heleboel os vanwege haar spontane verschijnen op het kleine podium en de magische lichteffecten. Dat bleef gedurende de rest van de show. Luid meezingend werden we meegevoerd in een spectaculaire en zeer goed klinkende anderhalf uur vol licht en geluid. Ze stond grotendeels bij haar band op het grote podium, maar kwam zo nu en dan weer naar achteren. Op een gegeven moment ging ze van het kleine podium al crowd surfend naar het hoofdpodium. Ook het liedje ‘Donker en licht’ waarbij ze vroeg of iedereen met een smartphone zijn zaklamp wilde aandoen en de hele zaal zich vulde met lichtjes, smolt mijn hart, Al met al was het dus een bijzondere ervaring.
Horror terugreis
Na afloop werden we door een enorme tsunami aan mensen langzaam maar zeker richting uitgang gevoerd. We haalden op het nippertje onze trein naar Utrecht, zodat we geen half uur hoefden te wachten, althans dat dachten we. Eenmaal in Utrecht redden we makkelijk onze aansluiting met de trein naar Den Haag, omdat ie een paar minuten vertraagd was. Tot zover prima. De trein zou binnenkomen op spoor 8, maar volgens de borden werd het toch spoor 9, dat aan hetzelfde perron ligt. Oké, wij geduldig wachten dus. Toen reed er toch op spoor 8 een trein binnen. Als een kudde schapen begaven we ons naar die trein en stapten in. De informatieborden in de trein waren blanco, maar op mijn gewoonlijk betrouwbare app OV Info stond dat de trein naar Den Haag inderdaad alsnog van spoor 8 vertrok, dus we zaten wel goed… dachten we! We wachtten met alle reizigers zo’n tien minuten. Af en toe verlieten wat passagiers de trein, maar we dachten er niet al te diep over na waarom ze dat deden. Tot plotseling een conducteur binnenstapte en vroeg waar we heen gingen.
“Deze gaat naar Den Haag, toch?,” vroeg een medereiziger.
“Nee, die rijdt net weg!”
“Wat! Nee! Hè!” Dus iedereen stormde naar buiten, waar spoor 9 leeg en onschuldig liet weten dat onze trein reeds vertrokken was.
Dus moesten we alsnog een half uur wachten, alleen dan op Utrecht Centraal. We haalden een liter water voor onze dorstige kelen en ik danste wat op de klanken van Pompei van Bastille, dat iemand op de stationspiano ten gehore bracht. Toen was het eindelijk tijd om te gaan. Klein probleempje: door dit oponthoud hadden we onze laatste tram naar huis gemist. Maar, geen paniek, er reed nog een bus zag ik. Het zou krap worden maar als we een beetje zouden doorlopen zouden we de overstap wel halen. Dus wij, zo goed en zo kwaad als het ging met onze beperking, haastten ons door station Den Haag centraal. WE gingen naar het busplatform en Jur merkte blij op dat de bus die we moesten hebben vooraan in de rij stond. Het was de eerste bus die hij zag, wat een geluk! Of toch niet! Hoewel we duidelijk zichtbaar en zwaaiend, ik met mijn stok in het zicht, naar de bus renden, trok de chauffeur genadeloos op en scheurde voor onze vermoeide ogen weg. Genadeloos, harteloos, meedogenloos! Ik heb toen wel even een gefrustreerd traantje weggepinkt. Dat werd naar huis lopen. Geen wereldafstand, maar toch lang op zo’n donkere, late en koude avond. Uiteindelijk waren we om half twee thuis. Gelukkig was het zaterdag en sliep Xena lekker bij mijn schoonmoeder, maar blij was ik er niet mee. Het was overigens wel een gezellige en verfrissende wandeling.
Je kunt dus wel stellen dat het een bewogen dagje was. Tot de volgende keer, maar weer Amsterdam! Benieuwd wat ons dan allemaal te wachten staat.