De afdaling van mijn leven

Moor/ mei 17, 2024/ Avontuur, Levensveranderend(?)/ 0 comments

Ik had me veel voorgesteld bij mijn eerste vakantie met de familie van mijn vriend, maar dit ging mijn verwachtingen ver te boven. Een paar weken voor vertrek was het weliswaar ter sprake gekomen, maar echt concreet was het niet geworden. Het idee bleef echter wel als een exotische vlinder door mijn hoofd fladderen. Ik kon er niet rechtstreeks naar kijken en het al helemaal niet aanraken, uit angst de kwetsbare vleugeltjes te beschadigen. Het idee kreeg geen vaste vorm, maar het was er wel al die tijd, tot het reëel werd. Op zondag 12 mei 2024, wierp ik mezelf uit een vliegtuig.

Voorpret

Zoals ik al zei, kwam het weken eerder ter sprake. De vriend van Juriaans zus, Glenn, begon erover. “Leuk om misschien te doen op Texel”, alsof hij een tochtje met een rondvaartboot voorstelde. Hij had het jaren terug al eens gedaan, dus voor hem was het idee niet zo bizar als voor mij. Parachutespringen is iets dat altijd buiten mijn bereik had geleken, al moet ik zeggen dat ik me er tot nu toe ook niet heel erg in had verdiept. Het overmoedige deel in mij, dat zich nooit wil laten kennen, liet me zeggen dat ik daar wel voor in was. Daarna verdween het idee uit mijn gedachten, tot we daadwerkelijk op Texel waren.

Parachutisten landen op een weiland

Op de eerste dag van ons verblijf strijken we na een lange fietstocht neer op het terras bij Paracentrum Texel. Terwijl we op adem komen, zien we hoe grote aantallen parachutisten uit de zonnige hemel neerdwarrelen. Het plan om dit zelf te gaan doen komt weer opborrelen, al geeft Glenn op dat moment aan dat hij het momenteel toch niet ziet zitten. Ik haal opgelucht adem, want als hij niet gaat, ga ik dus ook niet. Mooi niet in mijn eentje, mijn overmoed kent zijn grenzen. We zien hoe geroutineerd de parachutisten, waarvan er veel met een instructeur springen, landen. Ongedeerd en vederlicht komen ze weer in contact met de aarde. Mijn vertrouwen in de hele operatie groeit daardoor, en dus begint het ’s avonds toch weer te kriebelen. Ik weet niet precies waar en hoe, maar de volgende dag schrijven Glenn en ik ons in voor een tandemsprong. Juriaan vindt het idee dat ik met een wildvreemde van drie kilometer hoogte uit een vliegtuig spring, vreemd genoeg een beetje beangstigend, maar hij gunt het me en probeert zich er niet te druk om te maken. Zijn zus twijfelt licht of ze het wel of niet zal doen en besluit op de dag van de sprong zelf te kijken hoe ze zich voelt en of er nog plek is in onze groep.

En toen waren er vier

De rest van de dag voel ik me ontspannen en maak me niet te veel zorgen over de aankomende sprong. Op de springdag zelf steken de zenuwen zo nu en dan de kop op, maar ik kan gelukkig nog wel volop genieten van ons bezoekje aan de zeehonden van Ecomare. Als we ons melden bij de balie van het Paracentrum, heeft Jurs zus toch besloten om mee te gaan. En dat komt mooi uit, want er is nog een plekje. Twee zelfs. Nu begint zelfs Juriaan tot een ieders verbazing te twijfelen of hij de sprong ook zal wagen. Hij maakt zich wel zorgen of dit in verband met zijn medische conditie haalbaar is. We hadden met betrekking tot mijn slechtziendheid al geïnformeerd en dat vormt bij het springen geen enkel probleem, maar misschien kan een spasme hinderen bij het landen? “Joh, vraag het gewoon”, moedig ik hem aan. Ik verwacht er niet te veel van, althans niet voor nu, maar wat schetst mijn verbazing: de mensen van het Paracentrum staan er super relaxt in. Na een kort overleg met de hoofdinstructeur blijkt het springen ook voor Juriaan mogelijk en… In minder dan dertig seconden – nooit eerder heeft hij zo snel zo’n heftig besluit genomen – zegt hij mee te gaan. Ik vind het ongelofelijk stoer, ook van zijn zus trouwens. Waar Glenn en ik er wat langer over nadachten en na de inschrijving nog tijd hadden om ons mentaal voor te bereiden, hebben zij in bijna een split second deze beslissing genomen.

Plotseling staan wij vieren dus op de lijst. “Nou, leuk moederdagcadeau hoor, dat mijn kinderen en hun partners allemaal uit een vliegtuig springen”, grapt mijn schoonmoeder. We moeten nog een kleine twee uur wachten en de spanning loopt op in mijn lijf. Mijn schoonzusje en ik moeten meerdere keren de toiletten opzoeken voor een zenuwenplasje. En juist als ik voor de derde keer in twee uur tijd op de wc zit, worden onze namen omgeroepen, grotendeels overstemd door de handendroger.

De lucht in

We haasten ons naar het verzamelpunt waar nog wat andere nerveuze springers klaarstaan. Nadat we allemaal een harnas hebben aangetrokken krijgen we een korte instructie waar ik alleen nog maar zenuwachtiger van wordt. Houd je harnas vast tijdens de vrije val, krom je benen, hoofd naar achteren en heupen naar voren. Ik hoop, nee ik bid dat ik dit op het moment suprême allemaal zal onthouden.

Even later voegen de instructeurs zich bij ons. De mijne, Maarten, geeft me meteen een goed gevoel. Hij is heel rustig en begeleidt me zelfverzekerd, alsof hij al jaren met blinden en slechtzienden loopt, naar het loeiende vliegtuig. Er is niet echt gelegenheid om uitgebreid kennis te maken, want de motoren van het vliegtuig maken een enorm lawaai en verspreiden warme, sterk ruikende lucht. Ik mag achteruit het vliegtuig in en word naar binnen gehesen, anders dan de traditionele klim-en-klautermanier waarop de rest al iets eerder is ingestapt. Ze nemen goed de tijd om ons, Jur en mij, zo goed mogelijk naar binnen te helpen.

Vastgesnoerd aan onze instructeurs in het vliegtuig.

In het kleine vliegtuig zitten we dicht op elkaar. Ik zit tussen de benen van mijn instructeur. Naast me zit Juriaan. We kunnen wederom niet echt praten, want terwijl het toestel omhoog raast maakt het nog steeds behoorlijk wat herrie. Terwijl we taxiën is het rolluik naast ons nog geopend, maar dan glijdt het dicht en gaan we omhoog. Mijn oren klappen pijnlijk, maar ik concentreer me vooral op het gevoel van mijn harnas wanneer mijn instructeur me half op schoot trekt en zijn harnas aan het mijne bevestigt. Oh, als het maar goed vast zit… Dan… het rolluik gaat weer open en we zijn op 9000 ft hoogte, dat is bijna drie kilometer. Ik zie alleen grijze nevels. Wolken? Juriaan gaat als eerst. Ik wens hem succes, maar dat hoort hij amper. Ik vraag me af of hij zich bedacht heeft, maar tijd om te denken heeft hij daar boven niet, want dan vliegt hij al naar buiten. Kort daarna gaan wij. Die seconden voor de val zijn het engst. In een reflex knijp ik mijn ogen dicht achter het plastic brilletje dat, om ze te beschermen, op mijn neus is geplant. Ik voel hoe we naar rechts kantelen wanneer we buiten het vliegtuig hangen en de paniek slaat toe. Shit, we gaan schuin, we gaan tollen… nee… mijn houding, ik moet op mijn houding…

Ademnood

Als we vallen, worden alle gedachten uit mijn hoofd geblazen. Ik vind het doodeng, maar het razende gevoel in mijn maag is ook wel heel gaaf. Ik doe mijn ogen open en zie de kleurige vlakken beneden me die Texel en omgeving moeten voorstellen. Ik probeer adem te halen, maar dat lukt niet. De gierende wind ontneemt me alle zuurstof. Seconden lang ben ik totaal van de kaart ,wensend dat het snel over zal zijn. Maarten tikt op mijn schouders ten teken dat ik de koorden van mijn harnas los mag laten, opgelucht doe ik dat, maar de val is nog niet voorbij. Ik… moet… ademhalen. In een reflex hap ik naar lucht, om te ontdekken dat ademen eigenlijk heel makkelijk gaat. De druk op mijn borst verdwijnt en ik kan eindelijk genieten van de laatste tien seconden vrijeval. In totaal heeft de vrijeval, met een snelheid van zo’n 180 kilometer per uur, ongeveer veertig seconden geduurd.

Lekker zweverig

Dan gaat de parachute uit en wordt onze val geremd. Plotseling zweven we kalmpjes naar beneden. Daar boven hoor je niets, alleen de wind en de stem van de instructeur. Hij vraagt of ik wil sturen en geeft me de lussen van de parachute aan. Ik trek aan de linker lus en we maken een forse draai naar links. Daarna hetzelfde voor rechts. De kleurige vlakken onder ons groeien en krijgen steeds meer details. Ik geniet van het gevoel om vrijelijk te zweven, als een vogeltje.

Dan… de landing. Daar zie ik nog het meest tegenop. Omdat ik nauwelijks diepte zie komt de grond ineens heel snel dichtbij voor me. Gelukkig zegt Maarten rustig hoe ik mijn benen moet houden, iets wat we tijdens het zweven al eens hebben geoefend, en land ik keurig en zeker niet te hard op mijn bibs. Als ik opsta voel ik me euforisch. Ik storm zodra hij geland is op Juriaan af. De andere twee voegen zich bij ons en we geven elkaar een door adrenaline opgezweepte group hug. Wat een ervaring!

De group hug na de landing.

Dit was echt het hoogtepunt van een zeer geslaagd lang weekend op Texel. Mijn hoofd zit er nog vol van. En bij het Paracentrum zijn we fantastisch geholpen en ingelicht. Dat maakte ook dat deze ervaring, voor zo ver mogelijk, zorgeloos en spectaculair voor ons kon verlopen. Als je ooit maar het geringste verlangen hebt gevoeld om ook te springen, dan zeg ik doen! Het is een beleving die met bijna niets te vergelijken is. Je legt je leven in de handen van een volslagen vreemde, wordt even een paar minuten één met die persoon, terwijl een enorme cocktail aan gevoelens door je heen trekt. Echt… fantastisch, en wie weet ook voor herhaling vatbaar.

Share this Post

About Moor

Misschien denk je wel, nu je mijn blog zo ziet, daar heb je weer zo’n blogger met een visuele beperking die haar verhaal heel bijzonder vindt. Wat zou haar verhaal meer de moeite waard maken dan dat van de zo vele anderen die online te vinden zijn? Dan zeg ik: fair point, daar heb ik geen antwoord op. Ik vind mijn verhaal niet boeiend, maar ik schrijf nou eenmaal graag. En omdat het onbeleefd is om over de levens van anderen te schrijven, schrijf ik over mezelf. Je bent vrij om te gaan, maar blijf vooral! 🙂

Leave a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*
*