Weg uit Weesp: een terugblik
Verhuizen, het blijft iets merkwaardigs. Ik heb het de afgelopen vijf jaar drie keer moeten doen en tja, het went nooit. Verhuizen is alsof je op de resetknop van je leven drukt. Spullen die je al tijden kwijt bent, vind je terug, terwijl spullen die je altijd binnen handbereik had, ineens spoorloos verdwijnen. In mijn geval is er niet alleen op de resetknop, maar ook op de terugspoelknop van mijn leven gedrukt, nu ik weer in mijn ouderlijk huis woon. In het bericht Weg uit Weesp heb ik uitgelegd waarom ik verhuisd ben en wat mijn toekomstplannen zijn. maar goed, zoals altijd ben ik weer blij dat het achter de rug is. En nu het opgewaaide stof van ’the great movement’ is gaan liggen en mijn leven in Weesp is teruggebracht tot twee kamers vol dozen, leek het me een bij uitstek geschikt moment om terug te blikken op de anderhalf jaar dat ik op mezelf heb gewoond. Want jeetje, wat heb ik toch veel bijzondere dingen meegemaakt, daar in het snoepige vestingstadje Weesp!
Verbouw even de flat voor mijn internet
Toen ik in mijn appartementje op de derde verdieping trok, brandde ik van verwachtingen. Eindelijk had ik een plek die helemaal van mij zou zijn, die ik naar eigen wensen kon inrichten, waar ik logés kon uitnodigen zonder eerst met ouders of begeleiders te overleggen… ik kon niet wachten. Natuurlijk was ik ook wel een beetje bezorgd en vroeg ik me af of het me allemaal wel zou lukken, maar het feit dat ik niet helemaal zonder begeleiding zat gaf me in die zin genoeg zelfvertrouwen om het avontuur zonder al te veel slapeloze nachten vooraf aan te gaan. Ik had dan ook alles, voor mijn doen, tot in de puntjes geregeld en een geweldig groepje vrienden hielp me met de verhuizing. Zo had ik van tevoren ook keurig mijn internetabonnement in orde gebracht, dat de eerste dag dat ik er zou wonen in zou gaan. Een van mijn verhuisvrienden, een IT’er, hielp me alvast de dag van tevoren met het installeren van de apparatuur, dus met een goed gevoel zette ik de volgende dag alles aan. Een paar minuten wachten en… geen internet! Geen paniek, ik had gelezen in de welkomstmail van KPN dat het wel even kon duren. Maar aan het eind van de dag had ik nog steeds geen WiFi, dus toch maar even bellen. Met hulp van de medewerkster aan de andere kant van de lijn resette ik het modem en… nog steeds geen internet. Er knipperde wel een lampje dat niet zou moeten knipperen. Goed, vreemd, ze zouden een monteur langs sturen. De monteur kon pas eind van de week komen, dus ik zag me genoodzaakt om zo lang het datanetwerk van mijn werktelefoon te gebruiken. Ik bedoel, ik moest behalve Netflix kijken en appen met mijn vrienden over hoe eenzaam ik nu was, ook nog thuis werken. Dat ging redelijk, maar ik moest de boel om de zo veel tijd opnieuw aanslingeren, dus het was verre van ideaal.
Maar ik bleef hoopvol, zoals ik nu eenmaal ben, en hield mezelf voor dat als de monteur zou komen, alles opgelost werd. Was niet zo, de beste man kon het probleem niet vinden. Toen hij het probleem eenmaal wel gevonden had, bleek het aan de bekabeling te liggen. Er was iets mis met de bedrading in de muur. Daar moest hij toch echt een collega voor laten komen, en natuurlijk stond die niet na het weekend al op de stoep. Dus ik maar weer een paar dagen aanmodderen met mijn werktelefoon, die godzijdank over een ongelimiteerde hoeveelheid data beschikt. Maar, zodra de collegamonteur zou komen, zou alles opgelost zijn.
Nou, niet dus. De buitenmonteur vond het probleem: bij het aanleggen van de verwarmingsbuizen leken de draden voor het KPN-netwerk doorboord te zijn. Goed, probleem gevonden, maar… hij kon dat niet oplossen. Hij moest hiervoor de muur openbreken en ik had toestemming van de woningcorporatie nodig die ook iemand zou regelen om de boel weer dicht te metselen. Adem in, adem uit… nu ging het echt goed komen.
En ja hoor, weer een hele poos later kwam de monteur terug om mijn muur open te breken – ik had met de begeleiding geregeld dat iemand van de woningcorporatie de boel weer zou dichtlijmen – alleen bleek met het repareren van de bedrading op mijn verdieping het euvel nog niet te zijn verholpen. Daar voor moest hij ook de muur van mijn onderburen slopen… Goh, ik kan over dit hele verhaal zelf wel een blogartikel schrijven. Goed dan, lang verhaal kort, de onderbuurvrouw zag het eigenlijk niet zo zitten dat haar muur werd opengebroken. Bovendien was er kans dat dat dan ook nog bij de buren op de eerste verdieping moest gebeuren. Dus uiteindelijk werd er voor een noodoplossing gezorgd: een lijn die langs de voorgevel van het huis, door mijn raam naar binnen ging. Wonder boven wonder heeft dat dunne lijntje het, zo lang ik in Weesp gewoond heb, vol gehouden, in weer en wind.
Dit grapje heeft denk ik zo’n zes weken geduurd, maar het voelde als drie maanden. En dan heb ik het drama van het niet-werkende ‘noddinternet’ van de KPN, waar ik vier keer achteraan gebeld heb, nog weggelaten.
Vreemden aan de deur
Ik denk dat ik een maand in mijn lieflijke onderkomen woonde, toen ik op een woensdagmiddag werd opgeschrikt door het snerpende geluid van de deurbel. En niet de bel van de intercom, maar die van mijn voordeur binnenin het appartementencomplex. Met bonzend hart – wie kon dat zijn – liep ik naar de deur. Het bleek mijn buurman te zijn die met zwakke stem vroeg of ik een paracetamol voor hem had. Ik veranderde meteen van bezorgd in zorgzaam en vroeg of het wel goed met hem ging, waarna hij in tranen uitbarstte. Daar stond ik dan, in mijn deuropening met een snikkende veertiger voor me. Ik liet hem binnen, gaf hem wat water en hij deed zijn verhaal. Dit mag onverstandig klinken, maar ik vertrouw bij dit soort gevallen altijd op mijn vrouwelijke intuïtie en die heeft me nog nooit in de problemen gebracht. Daarnaast woonde ik in een flat, niet in een vrijstaand huis op het platteland. Hoe dan ook, hij vertelde dat hij zijn verloofde had verloren aan een hypo. Ze bleek diabetes te hebben, wat niemand wist, ook zij zelf niet. Ik had het idee dat dat kleine gesprekje met mij hem goed deed. In de maanden daarna kwam ik hem zo af en toe nog tegen. Sinds een half jaar heeft hij een hondje en lijkt hij weer een stuk gelukkiger.
Een paar weken later stonden er twee jonge mannen voor de deur die namens de provider Budget Alles-In-1 een voordelige overstap kwamen aanbieden. Afwimpelen, zal je nu ongetwijfeld tegen je scherm roepen. Ik had toen net al dat gedoe met mijn internet achter de rug, dus waarom overstappen? En toch liet ik ze binnen, deden ze hun woordje en ja hoor, ik stapte onder hun begeleiding over. Gelukkig ben ik niet opgelicht en die overstap heeft me echt veel geld gescheeld, maar er op terugkijkend had ik het, na anderhalf jaar alleen gewoond te hebben, wellicht anders gedaan. Ik heb hier ook goede gesprekken over gevoerd met mijn begeleiders. Mensen de deur wijzen, daar ben ik gewoon slecht in.
In de puree
Het eerste jaar alleen wonen is een harde leerschool, zo heb ik ondervonden. Ik was nog geen twee maanden samen met mijn huidige vriend Juriaan en hij was voor het eerst een heel weekend bij mij. Het was een heel relaxt en gezellig weekend, alleen het eind was letterlijk en figuurlijk nogal schokkend. Die laatste avond gingen we pompoensoep maken. Alles ging goed, totdat ik de boel ging pureren. Pro-tip: als je een staafmixer gebruikt, houd dan te allen tijden in de gaten dat het snoer van het apparaat niet mee wordt gestaafmixt! Nu was dit echt oprecht niet de eerste keer dat ik een staafmixer hanteerde, Ik weet niet waarom ik er deze keer minder alert op was. Misschien omdat het de eerste keer was dat Juriaan mee keek, we te gezellig aan het kletsen waren of misschien omdat ik gewoon een lompe chaoot ben. Hoe dan ook, stomverbaasd was ik toen de staafmixer er ineens mee ophield. Al snel ontdekten we wat het probleem was en ontdaan – het ging hier namelijk om de eerste gadget die ik voor mijn nieuwe huis had gekocht – besloten we maar te gaan eten. Anders werd onze creatie koud.
Na het eten gingen we op bezoek bij een kennis die in de straat woont. Bij terugkomst bemerkte ik dat het licht in de wc het niet meer deed. Op hetzelfde moment riep Jur vanuit de keuken.
“Hé, het licht doet het niet.” Met toenemende vrees liep ik naar de keuken. Voor we weg gingen had ik bij het opendoen van de koelkast al een alarmbel in mijn onderbewuste horen rinkelen en ja hoor: het lampje van de koelkast brandde niet meer, wat ook betekende dat de koelkast uit was. Achteraf bezien hadden we kunnen weten dat het pureren van een snoer dat aangesloten is, gevolgen zou kunnen hebben voor de stoppenkast. Omdat we de boosdoener meteen na het gebeurde uit het stopcontact hadden verwijderd, leek het ons volkomen veilig om de stop er weer in te duwen. Floep, alle lichten uit.
Een kwartier lang probeerden we van alles. Stoppen er allemaal uit, er weer in, weer uit, knopjes in de meterkast ingedrukt, schoonvader gevideobeld, maar we kwamen er niet uit. We moesten dus externe hulp inschakelen. Goed nieuws, er hing een calamiteitenlijst met telefoonnummers op de binnenkant van de meterkast. Slecht nieuws, deze lijst was verouderd en de eerste paar nummers gaven geen gehoor. Tot we ineens blijkbaar het mobiele nummer van één van mijn begeleiders draaiden, die wel opnam. Stel je voor: het was zondagavond half elf. Gelukkig kwam hij meteen onze kant op, hij woont dicht bij. Ook hij kon echter niet ontdekken waarom de boel op zwart was gegaan, dus we belden een monteur. Ik stuurde Juriaan daarna naar huis, want hij moest nog een heel eind rijden naar Den Haag. Rond kwart over twaalf ’s nachts stond daar een monteur voor mijn deur, die het probleem oploste. Het was zo erg dat hij daar voor buiten mijn appartement iets moest repareren. Oké, alles goed en wel, maar ik ben dankbaar dat ik niet zelf gefrituurd ben.
We kunnen dus concluderen dat het leer-woontraject in Weesp me een hoop heeft bijgebracht. Niet alleen werd ik getraind om op eigen houtje zelf voor mijn eten te zorgen en het huishouden te bestieren, ook leerde ik veelvuldig het hoofd koel te houden in stressvolle situaties waar ik er vaak alleen voor stond. Voorlopig maar weer even bijkomen in de behaaglijke vertrouwdheid van mijn ouderlijk huis. Ik heb bewezen dat ik het kon en ga graag weer een nieuw woonavontuur aan, maar voor nu is de toekomst geduldig.